Hybrid Heads

Hybrid Heads, meer dan mooie hoofddeksels 

Samira Bada combineerde een haarband uit Zuid-Soedan met een Filipijnse stof die haar deed denken aan een Palestijnse sjaal. Saïda Zouhari verzachtte een pet van een Polisario-soldate met een lichtblauwe stof en parels die ze zag op een foto van de sultan van Brunei en zijn vrouw. Hybrid Heads is een artistiek project van de Vaartkapoen dat vragen oproept over culturele identiteit en interculturele ontmoeting.  

Hoofddeksels zijn krachtige uitingen van culturele identiteit, ze maken deel uit van een religie, een functie, een etnische groep. Twaalf Molenbeekse vrouwen maakten het voorbije jaar ieder een bijzonder hoofddeksel. Ze combineerden de vorm van één hoofddeksel met de stof en de kleur van een ander, uit een andere cultuur en situatie, om tot een nieuw hybride ontwerp te komen. Op die manier brengen ze verschillende culturele identiteiten samen, net zoals de globalisering zorgt voor interculturele ontmoetingen die ieders culturele identiteit beïnvloeden en rolverdelingen en stereotypen in vraag stellen. Projectcoördinator Lea David, textieldesigner en projectbegeleider Pauline Dornat en twee gedreven makers, Samira en Saïda, doen het verhaal van een bijzonder proces in een bijzonder jaar. 

Van waar komt het idee voor dit project? 

Lea: ‘Het past binnen Agora M, een sociaal-artistiek traject van de Vaartkapoen. De oorsprong van Hybrid Heads ligt in het open textielatelier “Manoeuvre”, een collectief voor artistieke cocreatie in de Gentse wijk Rabot. Designer in residence Daniela Dossi ontwikkelde er een methode en open designsysteem om hoofddeksels te remixen.’  

Pauline: ‘Ze verzamelde zowat 800 persfoto’s van hoofddeksels over de hele wereld die in de meest uiteenlopende contexten worden gedragen: feest, sport, conflict... Bij elk beeld voegde ze wat uitleg, een korte situatieschets. Vervolgens zoomde ze in op elk hoofddekstel en analyseerde de gebruikte stof. Het resultaat is een lijvig boek dat toelaat om één van de 800 vormen te combineren met de materialen van een ander hoofddeksel. Zo ontstaan duizenden mogelijke, nieuwe hoofddeksels.’ 

Lea: ‘Die nieuwe creaties roepen interessante vragen op over identiteit, ze zorgen voor reflectie en debat. Wie ben ik? Hoe evolueert mijn identiteit? Hoe kunnen we in de toekomst samenleven in diversiteit en met respect voor elkaar? Wat is daarvoor nodig?’ 

Hoe hebben jullie het aangepakt? 

Lea: ‘Bij Manoeuvre hebben vrouwen volgens die methodiek een eerste collectie hybride hoofddeksels ontworpen. Zij kwamen bij ons op bezoek, vervolgens gingen we met enkele van de deelnemende vrouwen uit Molenbeek naar Gent, om de ontwerpen te zien en de methodiek te leren kennen.’ 

Samira: ‘Ik was erbij in Gent. Het was een bijzonder verrijkende ervaring om kennis te maken met de vrouwen en hun ontwerpen.’  

Pauline: ‘De deelnemende vrouwen hebben uit het boek van Daniela Dossi en Manoeuvre elk een hoofddeksel gekozen dat hen aansprak. Die keuze was zeer persoonlijk. Soms riep een bepaald hoofddeksel herinneringen op, andere vrouwen lieten zich vooral leiden door de esthetiek van een hoed, voor nog anderen werd hun keuze bepaald door de context waarin het hoofddeksel werd gedragen.’ 

Saïda: ‘Mijn keuze viel voor de pet van vrouwelijke Polisario-soldaten omdat ik ze zo bewonder. Ik voel me met hen verwant in hun strijd voor mensenrechten en vrouwenrechten in het bijzonder. Zelf ben ik ook wel rebels, met woorden en als dat niet helpt met acties en betogingen. Nog nooit zocht ik mijn toevlucht tot geweld, maar in andere omstandigheden en als de rechten in het geding zijn, zou ik daar misschien wel toe in staat zijn.’ 

Samira: ‘Mij sprak een hoofddeksel aan dat vrouwen droegen bij de viering van de onafhankelijkheid van Zuid-Soedan. Het ging mij niet zozeer om het land, maar wel om het vieren van vrijheid. In de hoofdband van die vrouwen zag ik ook gelijkenissen met de hoofddeksels op grote manifestaties in de jaren zestig, die ik op televisie zag. Ook toen kwamen overal betogers op straat voor meer vrijheid en rechten, op hun haarbanden stonden allerlei slogans.’ 

Met welke stoffen combineerden jullie het hoofddeksel? 

Samira: ‘Ik koos een Filipijnse stof die me deed denken aan de herkenbare Palestijnse sjaals die over de schouders worden gedrapeerd. Met de machine naaide ik er de motieven van de foto op. Vervolgens voegde ik oranje pluimen toe om de Zuid-Soedanese haarband zo dicht mogelijk te benaderen.’ 

Saïda: ‘De soldatenpet combineerde ik met een lichtblauwe stof, gedragen door de sultan van Brunei en zijn vrouw. Ik naaide er met de hand versieringen en parels op. Op die manier wordt de pet een stuk vrouwelijker. Het leger is een mannenwereld, ik ben een hevig voorstander van een meer vrouwelijke wereld. Ik vecht tegen het patriarchaal systeem.’ 

Pauline: ‘Het kiezen van de stoffen was niet zo makkelijk. Sommige vrouwen wilden graag stoffen gebruiken die ze thuis al hadden, maar het artistieke project gaat net om het mengen van twee beelden, twee culturen. Daarom was het belangrijk om ook met de materialen zo dicht mogelijk aan te leunen bij het boek van Daniela Dossi en Manoeuvre. We zijn vertrokken van een neutrale, bestaande stof, om die vervolgens te kleuren, er versieringen of via zeefdruk motieven op aan te brengen. We hebben onze stof niet zelf geweven.’ 

In hoeverre had Covid-19 een impact op het project? 

Lea: ‘We gingen van start in februari toen de vrouwen nog samen konden komen in het atelier. Na twee, drie weken was er de lockdown en lag het project een tijdje stil. We maakten toen mondmaskers voor de buurtbewoners, waar veel vrouwen vrijwillig aan meewerkten. In september was het dan toch weer mogelijk om samen te komen in het atelier, maar dat duurde niet lang. De vrouwen hebben de hoofddeksels dus vooral thuis gemaakt en afgewerkt. Er waren wel contacten via de telefoon of videochat.’ 

Pauline: ‘Covid heeft het proces in elk geval bemoeilijkt. We waren genoodzaakt alles wat te vereenvoudigen omdat samenwerken in het atelier niet kon. We stelden kits samen met materiaal waarmee de vrouwen thuis aan de slag konden. Voor sommige vrouwen maakte ik zelf de patronen van het hoofddeksel, voor anderen bedrukte ik zelf de stoffen.’  

Samira: ‘Ik ben al langer vertrouwd met de werking van de Vaartkapoen, ik kom er vaak. De mix van culturen spreekt me aan. Dit project was weer een kans om met andere vrouwen samen te werken en met elkaar te praten over de keuze van hoed en stof. Door Covid hebben we dat moeten missen. Daarom maakte ik ook een hoofddeksel dat niet zo moeilijk is.’ 

Saïda: ‘Voor mij was dit project een kennismaking met de Vaartkapoen en die is me zeer goed bevallen. Bij een volgende project zal ik er zeker weer bij zijn. Hopelijk kan alles dan normaal verlopen zodat er ook veel sociale interactie tussen de deelnemers mogelijk is. Ik had graag met de anderen gepraat over hun en mijn keuzes. Dat waren zonder twijfel boeiende discussies geweest. Nu maakte ik mijn hoofddeksel alleen op mijn kamer, niemand heeft het gezien.’ 

De hoofddeksels zijn af. Wat gebeurt er nu? 

Lea: ‘De bedoeling was om vertrekkend van de hoofddeksels met de vrouwen het debat te voeren over identiteit en er dan in een tweede fase een breder publiek en enkele experts bij te betrekken. Dat kan nu niet. Intussen organiseerden we een fotoshoot met de vrouwen en hun hoofddeksels. In ons uitstalraam zullen we de hoeden en de foto’s tonen aan de wijk. Er zijn ook ideeën om online iets te doen en misschien kunnen we via andere verenigingen in Molenbeek een nog breder publiek bereiken. In ieder geval willen we het werk van de vrouwen tonen, hun een stem geven. En zodra het kan, komen we samen met alle deelnemers om te praten over de reden van het combineren van een vorm met een stof, een kleur, een borduursel.’ 

Pauline: ‘Hybrid Heads is een project dat veel vragen losmaakt over culturele identiteit, het is belangrijk om er met de vrouwen over te praten. De hoofddeksels zijn geen zuiver esthetische mix, er zit meer achter, ze zijn vaak niet neutraal. Het gevaar bestaat ook dat sommige creaties verkeerd worden geïnterpreteerd. Daarom moeten we er over spreken. En als we de hoofddeksels tonen aan de buurtbewoners moeten we ook telkens duiden waarom een vrouw voor een vorm en een stof heeft gekozen, wat die mix voor haar betekent.’ 

Lea: ‘Nu hebben twaalf vrouwen deelgenomen, maar misschien kunnen in de toekomst ook andere groepen aan het werk met Hybrid Heads. En het hoeven zeker niet allemaal vrouwen te zijn, ook mannen kan dit concept aanspreken.’